3 Tips hoe jij je eigen weg kunt gaan
Stel je eens voor.
Zo’n mooi landweggetje ergens in de natuur, met bossen en heuvels op de achtergrond. Het weggetje heeft een diep ingesleten karrespoor van dagelijks dezelfde route rijden. Jij bent de kar, met inzittenden. Je gezin van herkomst, je eigen gezin, mensen om je heen. Het spoor is jouw leven. De weg die jij bewandelt. De weg waar je elke dag overheen rijdt, al vanaf toen je klein was. De weg die jou gewezen is. En waarop je al veel hebt meegemaakt. De kar heeft je al ver gebracht.
Maar dan wil jij eens een keer een andere richting proberen. Je probeert een eigen richting uit. De kar gaat wankelen, de wielen kraken. Jij schrikt, iedereen schrikt. Je stuurt gauw weer bij, voegt weer in het spoor. Je bent zelf ook geschrokken, van het bijna vallen, de heftige reacties van de inzittenden.
En toch gaat het dan weer wringen. Waarom weet je niet precies, want het ging toch een tijdje goed? Het was gezellig, jullie hebben fijne momenten met elkaar beleefd. In mijn vorige artikel ‘Welk spoor volg jij?’ schreef ik hoe het komt dat je in hetzelfde spoor blijft, ook al wringt het al heel lang. En waarom het zo moeilijk is om eruit te stappen, je eigen weg te gaan volgen.
In het vorige artikel, deel 1, kon je lezen wat je zoal tegen kunt komen wanneer je je eigen weg wilt gaan en waarom het zo moeilijk kan zijn. In dit artikel leg ik je uit hoe jij je eigen weg kunt gaan, je de moed kunt verzamelen die je daarvoor nodig hebt.
Afstand
Je eigen weg gaan vraagt om afstand durven te nemen. Dat kan gaan om een lange partnerrelatie die niet meer goed loopt, een broer-zus relatie, de relatie met je ouders of vriendschappen. In de meeste gevallen in mijn praktijk gaat het om afstand durven nemen van je ouders. Dat kan om vele redenen zijn. De reden die ik het meeste hoor is: ‘Ik voel me niet gezien en gehoord door mijn ouders’ en ‘ik wil dingen anders, op mijn eigen manier, maar ik ben zo bang dat ik ze verdriet doe, dat ze boos worden’. Beide redenen maken dat (ook oudere) kinderen hard hun best gaan en blijven doen om wél erkend te worden. Je wilt gewoon niets liever dan erkend worden door je ouders, al ben je 63. Je wilt ze geen verdriet doen. Al van kleins af aan nemen kinderen de taak op zich: ’Als papa en mama maar gelukkig zijn!’ Dit zou even zo goed kunnen gelden voor een partnerrelatie, waarbij je de ander ook geen verdriet wilt aandoen, in de steek wilt laten en je verantwoordelijk voelt voor het geluk van de ander.
Van daaruit blijf je dus in contact met je ouders om de goede vrede te bewaren (of blijf je bij je partner). Je doet je best om het gezellig te maken en denkt te bereiken dat het in ieder geval niet aan jou zal liggen als het mis gaat. Denk je. Want uiteindelijk gaat het toch weer mis.
Verkapte boosheid
Wat je niet altijd goed ziet als je jezelf enigszins gevangen voelt in een contact, is wat je zelf doet wanneer je in de situatie blijft die wringt voor je. Je ziet bijvoorbeeld niet hoe jij op je ouders of partner reageert. Je ziet niet hoe jij zonder dat je het weet dubbele boodschappen uitzendt: ‘Ik ben er wel en doe gewoon mee met alles zoals van me wordt verwacht, want ik wil geen ruzie, maar ik vind dit zo moeilijk, ben zo boos…’
Die dubbele boodschap – het er zijn maar eigenlijk niet willen, de lieve vrede bewaren – is een vorm van passieve agressie. Omdat het op een verkapte wijze gaat, wordt hij niet altijd herkend als boosheid. En daarmee doe je niet alleen jezelf ‘geweld’ aan, maar zeker ook de ander. De gebeurtenissen van het verleden en het moment zelf zijn vaak zo onuitgesproken en nog steeds niet bespreekbaar. Ze gaan een eigen leven leiden. En voor je het weet heb je te maken met situaties waarin iedereen boos is op elkaar, waar verdriet is, maar niemand weet precies waardoor. Situaties waar je zo moeilijk uitkomt met elkaar en waarin de machteloosheid en het verdriet groot zijn.
En als mensen het moeilijk hebben, dan doen ze wat ze altijd deden. Daar zijn nou juíst de overlevingsstrategieën voor ontwikkeld. En zo blijft dat spoor, wat je eigenlijk niet meer wilt, toch bestaan.
Hoe jij je eigen weg kunt gaan
Als het zo gemakkelijk was geweest om de stap te zetten je eigen weg te gaan, dan had je dat al wel gedaan. Ik geef je hier 3 tips om de stap te zetten:
Tip 1:
Durf je de stap niet te zetten, omdat je je anders zo alleen voelt? Dat is een oude pijn die je ongetwijfeld van vroeger kent. Dat los je niet zomaar op (in het 3e artikel vertel ik je er meer over), maar de Innerchild oefening helpt je wel de pijn wat te verzachten. Hoe minder bang jij bent om alleen te zijn, hoe makkelijker je de stap durft te zetten. Uiteindelijk zal het dan op een manier gaan die niet voor strijd zorgt. Je vindt de oefening hier.
Tip 2:
Krijg zicht op je eigen gedrag: wat doe je nu werkelijk als je niet je eigen weg volgt, in het contact bent met de ander? Dit inzicht maakt dat je verantwoordelijkheid kunt nemen voor jouw aandeel. Je bent dan niet meer afhankelijk van de ander, maar staat meer in je eigen kracht. En dat is nodig om de stap te kunnen zetten
Tip 3:
Wat jou echt tegenhoudt om je eigen weg te gaan volgen zit heel diep opgeslagen in jouw lijf en dat los je alleen op door lichaamswerk. Oude pijn loslaten dus, die je kent van toen je klein was. Voor nu is het helpend en helend om te onderzoeken wat jou zo raakt wanneer je weer voelt dat je je eigen weg niet durft te gaan. Wat heb je ervaren als klein kind?
Wil jij niet alleen van spoor wisselen, maar dat ook zo behouden, dan is er meer nodig. Dan vraagt het, zoals ik al bij de derde tip aangeef, om je oude pijn op te ruimen die ten grondslag ligt aan jouw overlevingsstrategieën. Dat leg ik verder uit in het derde en laatste deel van dit drieluik.
Het gaat om jou, niet om de ander
Even terug naar hoe je uit dat spoor kunt komen. Er is nog iets dat je je mag beseffen: Het is niet die ander/ het zijn niet jouw ouders die jou in dat spoor houden. Het gaat om jou. Het is jij die daar niet uit durft te stappen. Je creëert alles zelf in je leven. Ergens heb je dit patroonfoor ontwikkeld, maar jij bent het die het nog steeds in stand houdt, niet die ander. Dus doorzie wat je doet. Een kat in het nauw maakt gekke sprongen en het zijn nou net die gekke sprongen die het zo moeilijk maken. Hoe eerder je je eigen gekke sprongen doorziet (datgene wat je doet wat je altijd doet), hoe eerder jij je eigen spoor kunt gaan volgen. Want het doorzien van je eigen sprongen maakt dat je de aandacht verlegt van de ander naar jezelf. Dat er compassie ontstaat voor jezelf en de ander. Je beseft dat je met jouw ‘niet durven’ en de daarbij horende ‘gekke sprongen’ de ander ook wat hebt aangedaan, de ander écht pijn kunt doen. En ja, dat is erg moeilijk om te durven zien en voelen, maar als dat er mag zijn, dan kan er zachtheid gaan ontstaan in de relatie.
Daarbij is het belangrijk te beseffen dat het niet de strijd is die je voor je gevoel steeds met die ander of je ouders levert, maar dat het je eigen strijd is, met jezelf, die je strijdt via de ander. Het duurt vaak alleen even voordat je dat kunt inzien en voelen. Wanneer je dit inziet en je de strijd met jezelf ook echt erkent en toelaat, dan wordt het geen strijd meer tegen de ander. Je kunt dan de ander gaan zien als ‘nodig’, zodat jij kon groeien. Maar ook dat de ander via jou kan groeien. De ander kan dan ook gaan leren via jou, want die voelt zich niet meer aangevallen. Zachtheid en puurheid komt aan, boosheid verstart.
En wellicht gaat dit dan wel over vergeving. En kun je dankbaar zijn voor wat er op je pad kwam, waar het oude spoor je heeft gebracht. Hoe moeilijk en pijnlijk het ook was wat je daarop tegenkwam.
Spreek uit wat je wilt
Nog een ander inzicht dat ik je wil meegeven is: Het gaat je erg helpen om uit te spreken wat je wilt, in plaats van wat je niet meer wilt. Iets niet willen gaat gepaard met je angsten. Met de boosheid die te lang heeft binnen gezeten en er dan vaak verwrongen uitkomt. Het zijn ook vaak onderliggende verwijten die je dan uitspreekt.
Uitspreken wat je wél wilt of hóe je graag iets wilt, gaat gepaard met je kwetsbaarheid, je verlangen en je verdriet. En nogmaals, die drie samen zijn voor de ander zoveel beter te horen dan de boosheid en het verwijt. Handelen vanuit kwetsbaarheid maakt dat je gezien wordt. En jij je dus gezien en gehoord voelt, wellicht de erkenning krijgt die je nodig hebt, waar je naar verlangt.
Zonder dat je het dan in de gaten hebt ben je al bezig om úit het spoor te stappen wat zo wrong, ben je bezig met het leggen van je eigen spoor.
Om daar helemaal te komen, dat jouw eigen spoor net zo ingesleten zal raken als het oude spoor, is er nog iets heel belangrijks.
Nee durven zeggen
‘Nee’ in de grote zin van het woord. Nee tegen het voegen, echt stoppen met voegen, de vrede bewaren, de ander geen pijn meer willen doen. Pas als je volledig nee durft te zeggen tegen iets, de ander, een contact, pas wanneer je écht los durft te laten, zonder het plaatje van de toekomst steeds te vullen met hoe het contact eruit zou zien, dan pas kun je ook volledig ja zeggen.
Waartegen?
Ja tegen jezelf, jouw eigen spoor. Jouw hart, wie jij bent. Maar ook tegen de ander, hoe die is. En van daaruit zal er een andere toekomst ontstaan. Welke, met welke mensen om je heen? Dat weet je niet. Maar een ding weet je wel zeker: je volgt je eigen spoor. Je bent trouw aan jezelf. Je hebt ervaren dat kwetsbaarheid en zachtheid je verder op je eigen spoor brengen.
Ik wens je veel wijsheid toe wanneer je in dit proces zit. Dat is niet gemakkelijk, vaak is het fijn om dergelijke processen samen met een coach of therapeut te doen, omdat er zoveel verdriet, pijn en angst bij kan komen.
Heb je vragen of wil je je eigen situatie eens bespreken? Vraag dan een gratis kennismakingsgesprek aan.