Volg jij de weg vanuit je hart? Het pad dat je blij maakt? Of bewandel jij nog de ingesleten weg van herkomst? Waardoor je steeds verder verwijderd raakt van jezelf. Een andere weg inslaan vergt soms heel wat moed, zeker wanneer je bang bent de ander te verliezen als je je eigen weg gaat.
Dit 3-luik gaat over ingesleten paden die gaan wringen en hoe jij je eigen weg kunt gaan.
Het gebaande pad, je weg van herkomst
Stel je eens voor.
Zo’n mooi landweggetje ergens in de natuur, met bossen en heuvels op de achtergrond. Je ziet in het weggetje zo’n karrespoor. Diep gesleten van de wagen die daar dagelijks rijdt. Een verhard spoor, de wielen passen precies. Jij bent de kar, met inzittenden. Je gezin van herkomst, je eigen gezin, mensen om je heen. Het spoor is jouw leven. De weg die jij bewandelt. De weg waar je elke dag overheen rijdt, al vanaf toen je klein was. De weg die jou gewezen is. En waarop je al veel hebt meegemaakt. De kar heeft je al ver gebracht.
Die weg is misschien niet altijd prettig, je komt hobbels tegen. Zo gaat het leven. Je leert, ervaart en groeit, bij elke afslag en elke tegenslag.
Maar dan, veel later, komt er een moment dat het wat gaat wringen. De wielen gaan niet meer zo soepel door het spoor of je wilt gewoon eens een andere kant op, iets anders zien of doen dan het begaande pad.
Als je een andere kant op wilt
Je probeert een eigen richting uit. De kar gaat wankelen, de wielen kraken. Je schrikt. Ga je vallen? De inzittenden schrikken en roepen uit: ’Wat doe je nu?! Blijf eens op het pad, anders gaat het mis!’ Je stuurt gauw bij, voegt weer in het spoor. Zelf ook geschrokken, van het bijna vallen, de heftige reacties van de inzittenden…
Pff, gelukkig. Iedereen kan weer ademhalen, iedereen weer gerustgesteld. En samen ga je verder. Je doet weer de dingen in je leven, je werk, je gezin. Je bent samen met familie en je geniet. Voor zolang het duurt. Toch gaat het dan weer wringen. Waarom weet je niet precies, want het ging toch een tijdje goed? Het was gezellig, jullie hebben fijne momenten met elkaar beleefd.
Maar het spoor wordt benauwder, de behoefte aan je eigen weg groter. Je weet alleen niet wat jouw weg is en hoe je dat kan doen. Gaat de kar weer wankelen? Verder afbuigen naar een andere kant is geen optie, want dan valt de kar om. Je wilt niet alles stuk maken. De mensen om je heen geen pijn doen. Daarvoor houd je teveel van ze. Je wilt ze niet verliezen.
Ben je bang om alleen te zijn?
Als jezelf zijn een strijd wordt
Je voegt en slikt, buigt en zegt maar niks. Je wordt moe. Raakt verder verwijderd van jezelf, je hart. En het leven kan gaan aanvoelen als een strijd. Een strijd die je eigenlijk niet durft te leveren. Een strijd waar je bang voor bent, omdat je niet weet hoe de toekomst eruit komt te zien als je je eigen weg gaat. En dan is ‘het bekende spoor blijven volgen’, hoe moeilijk soms ook, minder pijnlijk dan je eigen spoor gaan volgen. Je telt je winst uit.
Herken je dit?
Een ander spoor durven kiezen vraagt lef
Voeg jij je ook (al heel lang) naar het spoor van een ander? Wil jij graag je eigen weg gaan volgen, maar durf je niet? Omdat je van de mensen om je heen houdt? Omdat je zelf ook een sterk verlangen voelt om bij die ander te blijven? Omdat een wringend of knellend spoor vaak draaglijker is dan de angst de ander pijn te doen of de angst om alleen te staan?
Hoe raak je nu uit zo’n diep gesleten spoor en de angsten wanneer je een eigen spoor wilt gaan volgen?|
Van spoor kunnen en durven veranderen – met andere woorden: durven doen wat jij wilt, gaan staan voor jezelf, je eigen keuzes maken – is iets waar je mee begint van kleins af aan, wanneer je daar de ruimte voor krijgt. Je lost een probleem nooit op, op het niveau waarop het zich manifesteert, maar altijd op het niveau daaronder. Het is dus belangrijk om eerst naar dat niveau te gaan. En dat is het niveau van je kindertijd, daar waar jij al voelde dat je niet de ruimte kreeg die je nodig had. Stel jezelf nu de vraag waarom het voor jou zo lastig is om van spoor te veranderen, je eigen weg te gaan. Van daaruit kun je verder, weet je wat jou te doen staan en vooral: hoe.
Waarom je eigen weg gaan zo ingewikkeld is
In het leven maak je dingen mee, je ervaart, leert, valt en staat op. Soms zijn de dingen te groot en voor een kind zijn de dingen nogal gauw te groot. Wanneer de dingen te groot zijn om mee te maken, te voelen, dan neem je als kind, zo klein als je bent, een beslissing hoe je daar het beste mee om kunt gaan. Dat zijn de zogeheten overlevingsstrategieën. En die overlevingsstrategie zet je overal in, wanneer jouw lijf ‘gevaar ruikt’.
Als jij als kind hebt ervaren dat het moeilijk was om op te komen voor jezelf, dat je niet geleerd hebt om voor jezelf te kiezen (omdat er een gezinsovertuiging was: ’de ander is belangrijker!’) dan wordt het lastig om als volwassene voor jezelf te kiezen.
Als je moeder ziek was en jij ging je verantwoordelijk voelen voor het gezin, je moeder, broertje, dan wordt het heel moeilijk om voor jezelf te kiezen, je eigen weg te gaan.
Zo’n overlevingsstrategie (ik noem dat ook wel ‘je oude besluit’) zit heel diep opgeslagen in jouw lijf. Omdat dit zo diep in je lijf zit, kun je het niet met je denken anders doen. Je hebt vast al vaak geprobeerd om anders te reageren, wel op te komen voor jezelf, wel te kiezen voor jezelf, maar elke keer reageerde je toch weer op die oude manier, als het erop aan kwam. Met als gevolg frustratie en boosheid op jezelf, de ander. Dat los je niet op met je denken, maar op het niveau van je lijf, daar waar de oude pijn ligt opgeslagen, die momenten waarop jij besloot dat het beter was om het spoor van de ander te volgen, waar je voelde dat het nodig was om te zorgen voor de ander, dat je niet alleen wilde zijn, dat je beter de ander geen pijn moest doen.
Hoe zou het zijn als jij je eigen weg gaat volgen?
Hoe zou het zijn als jij gaat doen wat je hart je ingeeft? Hoe zou je leven eruitzien wanneer jij je eigen richting bepaalt? Hoe zou je je voelen?
Kun je je dat voorstellen?
Ongetwijfeld dat je nu voelt ‘dan voel ik me vrij!’ of ‘dan gaat het weer stromen’, ‘dan ben ik weer wie ik ben’.
Dan neem je jezelf weer serieus.
Dan doe jij er weer toe.
En tegelijkertijd voel je misschien ook de angst. En denk je: ‘Ja, maar wat als……’
In het volgende deel, kun je lezen hoe je nu echt van spoor kunt wisselen, ook al voel je die angst.