Het lijkt zo’n vanzelfsprekende vraag hè? Of je kind op jou kan vertrouwen.

‘Natuurlijk!’, roept jouw moederhart.

‘Ik ben er voor hem, zorg goed voor hem, we praten, lachen, huilen samen. Hij komt altijd naar me toe als er iets is’.

En toch stel ik je deze vraag, omdat het soms moeilijker is dan we denken. En het antwoord eigenlijk soms eerder ‘nee’ is dan we denken of willen.

Waar ik het hier over heb, is of je betrouwbaar bent in wat je zegt, in wat je doet. Of je bijvoorbeeld opkomt voor je kind op een voor jou moeilijk moment, bij je ouders of iemand anders bijvoorbeeld die iets doen wat je niet wilt, maar je eigenlijk niet durft te zeggen. 

 

Ik geef je een voorbeeld van een moeder:

‘Als ik mijn zoontje ophaal op school, samen met mijn dochtertje van 3 jaar, dan speelt zij altijd samen met de andere kindjes tijdens het wachten. Het valt me de laatste tijd op dat zij steeds door een kind van een van de moeders waar ik mee sta te praten, geslagen wordt. En dan echt hard. Of ze wordt op de grond geduwd. Ik zie haar dan beduusd opkijken en komt huilend naar me toe.

Ik troost haar dan. De moeder van het kind doet eigenlijk niets op dat moment of roept vanaf waar ze staat dat haar kind wat liever moet doen. Ik kook dan eigenlijk van woede, maar durf niets te zeggen tegen haar. Zij is vaak zo fel en heeft zo’n sterke mening. Ik durf haar kind ook niet zelf aan te spreken.’


Eigen angst benadeelt jouw kind

Waar het hier dus over gaat, is dat deze moeder om zichzelf te beschermen voor de reactie van de andere moeder en de pijn die zij daarbij zal gaan voelen, niets doet of zegt. Daarmee laat ze letterlijk haar kind alleen op het moment van geslagen worden en pijn. Haar kind kan dus niet op haar moederen rekenen en zich alleen of afgewezen voelen.

En waarschijnlijk denk jij nu ‘ja, ze moet gewoon voor haar kind opkomen!’. Maar als het zo makkelijk was voor haar, dan had ze dat allang wel gedaan. Deze moeder is té bang voor de reactie van een ander en zal zichzelf ook écht heel naar voelen, geloof me maar.

Want je weet het heel diep van binnen wanneer je je kind in de steek laat. En je weet ook heel goed hoe dat voelt.

Omdat je dit zelf ook hebt meegemaakt. Toen je zelf klein was.


Wat wordt er geraakt?

Het enige wat deze moeder dus kan doen om haar kind te helpen is naar haar eigen oude pijn te kijken. Wat heb ik nu meegemaakt waardoor ik mijn eigen kind niet kan helpen? Wat raakt mij zo, waar ben ik zo bang voor? Waar ken ik dit van?
Deze moeder besefte dat haar vader altijd zo streng was tegen haar en dat ze haar mening niet kon geven zonder een flinke discussie met har vader die vaak eindigde in dat ze boos naar haar kamer werd gestuurd. Ze kan het nog voelen, de frustratie, het koken van woede maar niks durven zeggen en haar moeder die ook bang was voor haar vader, besefte ze veel later en daardoor dus niks deed. Wat kon ze zich die momenten alleen voelen zeg. Ik leg haar uit dat dit anders kan, dat ze er echt voor haar kind kan zijn op dit soort moeilijke momenten als zij haar eigen kindpijn opruimt van vroeger.

Oude pijn opruimen

Oude pijn opruimen is wel even hard werken, maar het levert je heel veel op. Het beste doe je dat via diepgaand lichaamswerk.

En wanneer je deze pijn opruimt, je oude overtuigingen (die ander zal wel boos worden) vervangt voor nieuwe besluiten (ik mag opkomen voor mezelf, zeggen tegen een ander wat ik wil), dan wordt de angst vervangen voor zelfvertrouwen. En ontstaat er een beweging naar haar kind toe.

Haar kind zal dan zien dat haar moeder sterker is, voor zichzelf opkomt. Haar kind leert dan te zien dat je dus iets mag zeggen tegen een ander, waardoor ze waarschijnlijk niet meer alleen beduusd op zal kijken maar ook zelf haar grens duidelijk maakt. Én daarbij voelt ze zich gesteund en gezien door haar moeder.


En dan kun je als kind de wereld zoveel makkelijker aan!

Ervaringen van anderen

Groen van Prinstererlaan 65 Waalwijk – 06-10459886 – info@nadinecarter.nl

©2021 Nadine Carter – Ontwerp en techniek door Onsite Webdesign